Alle collecties
Handleiding - 4ST - Grove motoriek
Inleiding
Berekening van 4-S'en scores en zorgindicaties
Berekening van 4-S'en scores en zorgindicaties

Dit artikel beschrijft hoe de scores van de 4-S'en worden berekend en hoe de zorgindicaties tot stand komen.

Wim Schrooten avatar
Geschreven door Wim Schrooten
Meer dan een week geleden bijgewerkt

Inleiding

Motoriek is de motor van het bewegen. Leerkrachten zien dat basisschoolleerlingen niet, of minder goed, de oefeningen in de gymles kunnen volgen. Daarom willen leerkrachten, maar zeker ook combinatiefunctionarissen, MRT’ers en sportconsulenten, graag een tool om de motoriek van kinderen te kunnen beoordelen, begeleiden en van de juiste zorg te voorzien.

Berekening scores

De 4-S’en testen brengen 4 vaardigheden van grove motoriek in beeld. Deze vaardigheden bestaan uit een trap van oplopende leeftijdsniveaus met corresponderende oefeningen en een moeilijkheidsgraad. Deze oefeningen refereren aan een norm voor een specifiek leeftijdsniveau waarbij 80% van de kinderen deze oefening goed volbrengt. Voor elke vaardigheid wordt een score behaald. In onderstaande tabel wordt de wijze van berekening weergegeven per vaardigheid en been.

Berekening zorgindicaties

De combinatie van de 4 vaardigheden levert een zorgindicatie op. De zorgindicatie wordt berekend op basis van de som van 6 verschillende scores, voortkomend uit de resultaten van de testen over de 4 motorische vaardigheden. Niet alle onderdelen tellen even zwaar mee. Er wordt een vermenigvuldiging toegepast op basis van de last die een gemiddeld kind zal ervaren in spel- en beweegsituaties in Nederland. Zo telt bijvoorbeeld de score voor het onderdeel Springen-Kracht dubbel. Deze is het meest dominant in onze bewegingscultuur. Tevens wordt er waarde gehecht aan de symmetrie tussen de afzonderlijke vaardigheid van beide benen. Een asymmetrie wordt met een negatieve score beoordeeld. 


Deze berekening levert een score van het aantal maanden achterstand (of voorsprong) op. De zorgindicatie wordt weergegeven op een schaal van 1 t/m 4, indien er sprake is van een achterstand. De afkapwaarden voor de zorgindicaties worden weergegeven in onderstaande tabel. De berekeningen voor de 4-S’en vaardigheden en voortvloeiende zorgindicaties zijn in augustus 2016 aangescherpt om een nog nauwkeuriger beeld te kunnen vormen over de motorische ontwikkeling van het kind en de groep. In de huidige berekening worden beiden benen en de achterstand in maanden meegewogen, waar dit voorheen gebeurde op basis van het meest vaardige been en achterstand in jaren. In onderstaande tabel wordt weergegeven hoe de zorgindicaties van de 2007 versie zich verhouden.

In onderstaand videofragment legt Wim van Gelder jou uit wat je op basis van zorgindicaties kunt doen om de ontwikkeling van het kind verder op te pakken.

Validiteit

Het lectoraat Bewegingswetenschappen van de Hogeschool van Amsterdam heeft de betrouwbaarheid van de 4-S’en testen recentelijk onderzocht. Tot voor kort was er nog vrij weinig bekend over de betrouwbaarheid en validiteit van deze testen. Er is onderzoek verricht naar de test-hertest betrouwbaarheid en de inter-beoordelaarsbetrouwbaarheid. De conclusie van dit onderzoek laat zien dat de 4-S’en testen een betrouwbaar instrument vormen om de grove motoriek van basisschoolleerlingen te bepalen.

Was dit een antwoord op uw vraag?