Wat heb je nodig voor deze test?
Een vrije ruimte
Wat zeg je tegen het kind?
'Kun je spreid-sluit sprongen maken met klap op spreid?'
Criterium
16 keer - kaatsend - achter elkaar.
Bij het spreiden moet de leerling klappen
Wat heb je nodig voor deze test?
Een vrije ruimte
Wat zeg je tegen het kind?
'Kun je spreid-sluit sprongen maken met klap op spreid?'
Criterium
16 keer - kaatsend - achter elkaar.
Bij het spreiden moet de leerling klappen