Laat het kind zitten met beide onderarmen op tafel. Laat het kind zien wat de bedoeling is (met 1 onderarm draaien) in een niet te hoog tempo en vraag het kind mee te doen. Lukt het met 1 arm, vraag het kind het dan met de andere arm te doen. Lukt dat ook, dan met 2 armen doen.
Wat heb je nodig voor dit onderdeel?
Tafel en stoel op goede hoogte van het kind.
Aandachtspunt
Tafel en stoel op de goede hoogte.
Het kind kiest zelf de arm waarmee het het onderdeel uitvoert.
Noteer:
gelukt - uitgevoerd, maar niet gelukt - niet uitgevoerd.
Wat zeg je tegen het kind?
‘Leg je onderarmen op tafel. Kun je 1 hand draaien op tafel, kijk zo…' Doe de beweging voor met 1 hand/arm. Als het lukt. ‘Kun je het sneller?’
Criterium
Met 1 onderarm op tafel lukt een vlotte draaibeweging uit de onderarm: handpalm en handrug beurtelings op tafel.