Naar de hoofdinhoud

Springen-kracht - Hinkelen

Wim Schrooten avatar
Geschreven door Wim Schrooten
Meer dan 2 maanden geleden bijgewerkt

Laat het kind zo veel mogelijk hinkels achterelkaar maken, tel het aantal keer dan het kind hinkelt en noteer dit. Hetzelfde geldt voor het andere been.

Aandachtspunt

  • Bij het hinkelen is het de bedoeling dat er ‘kaatsend’ wordt gesprongen. 'Kaatsend' wordt ook wel 'doorspringend' genoemd. Een kort, licht grondcontact.

  • Als een kind niet kaatst, lijkt het alsof er een rustmoment in de sprong zit. Het ziet er zwaar en moeizaam uit.

  • Er hoeft niet in rechte lijn gehinkeld te worden.

Wat zeg je tegen het kind?

'Probeer zo vaak als je kunt te hinkelen! En op je andere been?'

Criterium

  • De landing (laatste 'hinkel') telt niet mee. Dit is namelijk geen kaats.

  • De ondergrens voor deze oefening is 2 hinkels op het ene been en 3 hinkels op het andere.

  • Na 10 hinkels is het maximale niveau bereikt en mag de oefening stoppen.

Was dit een antwoord op uw vraag?