Laat het kind een trap opgaan. Als het de handen op de trap zet, vraag je of het kind het ook anders (hand aan de leuning) kan.
Wat heb je nodig voor deze test?
Trap
Aandachtspunt
Zet het kind niet onder druk. Het moet voor het kind voelen als 'spelen', een leuke uitdaging. Het kind helpen mag altijd. Het niveau is echter pas behaald als het kind het zelfstandig doet.
Wat zeg je tegen het kind?
'We gaan de trap op, ga je mee?' Als het kind de handen op de trap zet: 'Kun je ook anders de trap op, bijvoorbeeld met je hand aan de leuning?'
Criterium
Het kind durft zelfstandig de trap op naar boven zonder de handen op de trap te zetten.