Zet een baan uit van 18 meter. In de meeste zalen vormen de lijnen van een volleybalveld de buitenlijnen.
De lengte is 18 meter van achterlijn naar achterlijn.
Markeer het einde m.b.v. lijnen en/of pylonen.
Laat het kind starten met het linker been been (niet met een stap in het veld).
Tel het aantal hinkels van het kind gedurende de 18 meter. Doe dit ook voor het rechter been.
Wat heb je nodig voor deze test?
Strook van 18 meter, gemarkeerd met pylonen of lijnen
Aandachtspunt
Het aantal voetcontacten (hinkels) binnen de lijnen wordt geteld. De laatste hinkel op de lijn, telt mee. Over de lijn telt niet mee.
Start op één been en niet met een stap in het veld. Een voorbeeld werkt het beste;
15 seconden rust tussen de pogingen op hetzelfde been
Sommige kinderen niet wisselen van been (nadat dat gevraagd is);
Wat zeg je tegen het kind?
'Probeer in zo weinig mogelijk hinkels naar de overkant (pylon) te hinkelen. En op je andere been?'
Als kind de afstand niet haalt zonder te struikelen, dan kan de instructie: 'probeer de hinkels iets kleiner te maken, zodat je het in één keer haalt zinvol zijn.'
Criterium
De poging is geslaagd indien het kind slaagt om: kaatsend te springen/hinkelen.
Er hoeft niet in rechte lijn gehinkeld te worden.